Overslaan en naar de inhoud gaan

Het ongelooflijke levensverhaal van Wieland Förster

Geboren in een naziregime, gefolterd onder Stalin en gevormd achter het ijzeren gordijn. Het levensverhaal van Wieland Förster, de maker van onze Grote badende, tart alle verbeelding. Zijn leven is tot in de details gedocumenteerd. Niet in het minst door Förster zelf, want sinds 1953 houdt de man een dagboek bij waarvan hij naar eigen zeggen al 150 volumes heeft vol geschreven. De korte versie van zijn levensverhaal lees je hier.

Onder het juk van de nazi's

Wieland Förster werd geboren in de buurt van Dresden in 1930. Toen hij 5 jaar was, overleed zijn vader aan de gevolgen van verwondingen die hij had opgelopen in Wereldoorlog I. Ondanks de grote armoede waarin het gezin terecht kwam, wist de jonge weduwe haar kinderen zo veel mogelijk buiten de invloed van de NSDAP te houden. Maar toen Wieland 14 was, werd hij toch opgeëist en naar een ’verbeteringskamp’ van de Hitlerjugend gestuurd. Na zijn vrijlating meldde Förster zich ‘vrijwillig’ aan bij de Luftschutzhelfer, vrijwillige brigades die hulp boden bij luchtaanvallen. Door zijn sterk technisch inzicht maakte hij al snel promotie en een jaar later werd hij ingelijfd bij de Volksturm, een nieuwe organisatie die de nazi’s hadden opgericht met het oog op een guerrillastrijd tegen een bezettingsleger. Zo was Wieland op de dag na zijn 15de verjaardag getuige van het bombardement op Dresden.

 

Onterecht veroordeeld door de Sovjets

Op het einde van de oorlog werd de jonge kunstenaar gearresteerd door de Sovjets op basis van een valse getuigenis van een buurman. In 1946 werd hij veroordeeld tot 10 jaar strafkamp in Siberië, later verminderd tot 7,5 jaar en door zijn slechte gezondheid na de zware ondervragingen (lees: folteringen) ook niet in Siberië, maar in Duitsland zelf. Dat betekende echter niet dat zijn moeder hem mocht bezoeken. Na 4 jaar kwam hij zonder pardon of verklaring vrij dankzij een rapport van het Rode Kruis. Dat document maakte gewag van een ernstig stadium van TBC. Pas in 1991 zou hij de erkenning als slachtoffer van het Stalinisme krijgen.

 

De academie en de jaren daarna

Förster ging aan de slag als technisch planner bij de gemeentelijke waterwerken in Dresden. Na een evenement voor jonge tekenaars schreef hij zich in als student aan de Academie voor Schone Kunsten. Tijdens zijn studentenjaren onderhield Förster contacten met de verboden beweging van moderne kunstenaars. Onder hen ook Bernard Heiliger, van wie in het museum ook een kunstwerk staat.

Nadat hij was afgestudeerd, was het jarenlang stil rond Förster. Hij leefde als een heremiet en ontmoette alleen familie en nauwe vrienden. De DDR-overheid liet hem met rust. Maar vanaf 1968 werd hij steeds vaker verhinderd om tentoonstellingen te houden, omdat hij bleef weigeren lid te worden van de vereniging van beroepskunstenaars. De Stasi schaduwde hem continu en maakte het hem moeilijk om materiaal te bestellen.

Onder Erich Honecker begon de DDR stilaan een vrijere koers te varen. Het is in die periode dat Förster zich aansluit bij de vereniging van beroepskunstenaars en meteen ook voorzitter wordt van het genootschap. Tot de val  van het ijzeren gordijn in 1989 blijft hij zeer actief in de Academie van Schone Kunsten en geniet hij aanzien als één van de vooraanstaande kunstenaars van de DDR en later het verenigde Duitsland.

Op zijn 89ste is de man nog steeds een productief beeldhouwer, etser en schrijver van dagboeken, waarvan hij naar eigen zeggen al 150 volumes heeft vol geschreven.

 

Over de Grote badende

Förster ziet in dit werk een teken. Een ruimteveroverend teken, waarbij de menselijke figuur zich van de zwaartekracht losmaakt. Hij ontwierp hiervoor een schroefvormige beweging rond een centrale as, die loopt van linkervoet tot rechterarm. De titel van het werk strookt volgens de kunstenaar niet met de inhoud, maar dat is niet erg. Het werk moet nu eenmaal een naam hebben.

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Word vriend van het museum